- De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal met 0,2 procent gekrompen, zo blijkt uit een nieuwe berekening van het CBS.
- Dat is iets beter dan de daling van 0,3 procent die eerder was gemeten.
- Dit is te danken aan meevallers in de industrie en zakelijke dienstverlening, al zit ons land nog wel in een recessie.
- Lees ook: Consumenten zijn iets minder negatief over het doen van grotere aankopen
De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal van dit jaar met 0,2 procent gekrompen ten opzichte van het eerste kwartaal. Dat blijkt uit een tweede berekening van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het cijfer is hiermee opwaarts bijgesteld. Bij de eerste berekening in augustus meldde het CBS nog een krimp van 0,3 procent.
Nederland blijft hiermee officieel in een recessie. Hiervan is sprake bij twee opeenvolgende kwartalen van krimp.
De opwaartse bijstelling is volgens het CBS vooral toe te schrijven aan een meevallend handelssaldo en nieuwe cijfers over de industrie en de zakelijke dienstverlening. De investeringen zijn echter neerwaarts bijgesteld. Het totaalbeeld is volgens het statistiekbureau niet veranderd. De krimp van de economie komt vooral door een daling van het handelssaldo (het verschil tussen import en export) en omdat huishoudens minder geld uitgaven.
Bij elke nieuwe berekening van het bruto binnenlands product (bbp), de maatstaf voor economische groei, bepaalt het CBS ook opnieuw de cijfers van de eerder gepubliceerde kwartalen. Dat heeft niet geleid tot een bijstelling van de bbp-groei in de voorgaande kwartalen.
Elders in Europa is het beeld gemengd. In Duitsland is de groei van het bruto binnenlands product (bbp) in het tweede kwartaal stilgevallen. De Franse economie daarentegen is onverwacht hard gegroeid, met 0,5 procent.
9.000 banen erbij in het tweede kwartaal
Het CBS meldde verder dat er in het tweede kwartaal 9.000 banen zijn bijgekomen ten opzichte van het eerste kwartaal. Ook dat is gunstiger dan de eerste meting, toen een banengroei van 7.000 was gemeten.
Dit gaat om banen voor zowel werknemers als zelfstandigen. Ten opzichte van een jaar geleden waren er in het tweede kwartaal van 2023 volgens de tweede berekening 185.000 banen van werknemers en zelfstandigen meer. Dat waren er bij de eerste berekening nog 182.000.